WONEN IN ITALIË – De dag van het hart

Dat was schrikken gistermorgen. Ik had net boodschappen gedaan in Monesiglio, was bijna thuis, toen de telefoon ging. Ik zette de auto even aan de kant. Een landgenoot. Hij vertelde me dat hij bij onze Britse vriend was, die erge pijn op de borst had. De ambulance was gebeld en of ik kon komen om als tolk op te treden.

Natuurlijk. Ik racete naar huis, zette de boodschappen neer en reed door naar de woning van onze Britse vriend. Daar was de ziekenauto al gearriveerd. Binnen lag de patiënt op de bank aan een monitor en met een borst vol plakkertjes en draden. Een andere Duitse vriend van ons groepje Westeuropese immigranten was er ook al.

Onze kameraad woont weliswaar alleen maar heeft in de directe omgeving een paar goede vrienden en een vriendin wonen. Die had hij gebeld toen hij klachten kreeg. Gelukkig waren ze in de buurt en waren ze direct naar hem toegekomen.

Toen duidelijk werd dat het een tochtje naar het ziekenhuis zou worden, vroeg ik of ik mee kon om voor hem te vertalen, want de zieke spreekt nauwelijks Italiaans. Maar daar was geen sprake van. Buiten de patiënt mocht er niemand mee het ziekenhuis in. Natuurlijk...covid.

Inmiddels was er een helicopter onderweg om onze Engelse vriend op te halen. Hij werd eerst zijn huis uitgedragen de ambulance in. Eenmaal buiten zagen we de heli al boven Mombarcaro vliegen. We stapten gedrieën in een auto en reden achter de ambulance aan.

De helicopter zou landen op het grasland boven de piazza, naast het sportveld. Op de piazza ontstond enig tumult toen de ambulance met sirene voorbij kwam rijden. We stonden nog maar net naast de ambulance, toen er nog drie hulpverleners kwamen aansnellen. De heli was inmiddels geland. De verpleegkundigen in de ambulance waren druk met de patiënt bezig. Voortdurend werd zijn toestand in de gaten gehouden en ook kreeg hij het één en ander toegediend.

Vervolgens werd hij de heli ingedragen onder opbeurend geroep van ons. Ik had er veel moeite mee dat die arme man, die pijn had, en de mensen hier maar moeizaam kan verstaan, nu helemaal alleen naar het ziekenhuis werd gevlogen. Eén van de verpleegkundigen gaf mij het telefoonnummer van de 1e hulp van het ziekenhuis en raadde me aan over een paar uur pas te bellen.

Mijn Duitse en Nederlandse kompanen en ikzelf zakten af naar de bar. We waren wel aan een oppepper toe. Daar spraken we af dat ik om een uur of vier het ziekenhuis zou bellen en hen vervolgens op de hoogte zou brengen. Een beetje bibberig kwam ik thuis. Het had me aangegrepen iemand met wie ik net een beetje vriendjes aan het worden ben, zo vol pijn te zien liggen.

Om half vier belde ik het ziekenhuis. Ze verbonden me door met cardiologie. De arts of verpleger die ik aan de telefoon kreeg, vertelde dat onze vriend bij kennis was, zelfs met z'n zoon had gebeld en geen pijn meer had. Hij had wel een hartinfarct gehad maar de blokkade die de pijn had veroorzaakt, was behandeld. Maar het was nog te vroeg om te juichen. "Na 48 uur kun je pas echt iets over de genezing zeggen", zei de man aan de andere kant van de telefoon.

Aangezien onze hart-patiënt zich zo goed voelde dat hij met z'n telefoontje in bed lag, mochten we hem ook wel bellen, aldus de woordvoerder. Even later appte de patiënt zowaar zelf een bericht. Hij meldde dat hij zich 'fantastic' voelde en dat er een stent was gezet. Vandaag één en morgen zou hij nog een tweede stent krijgen.

Dat zijn natuurlijk berichten die je wilt horen en die ons goede hoop geven dat onze vriend weer snel opknapt.

Tenslotte viel het ons alle drie op hoe snel en efficiënt de hulpdiensten hadden geopereerd. Hoe doelgericht er werd gehandeld. Dat stelt je weer gerust voor als je zelf een keer aan de beurt bent.

De hoofdverpleegster uit de ambulance belde me gistermiddag nog op om te horen hoe het was afgelopen. "Ik ben volgende week met vakantie maar als er nieuwe ontwikkelingen zijn, moet je me wel even bellen" drong ze aan.

Hartverwarmend toch? (om nog maar eens een toepasselijk woord te gebruiken)



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.